1 november, Allerheiligen: van oorsprong een christelijk feest ter nagedachtenis aan alle heiligen en martelaren, maar bij uitbreiding een dag dat wij al onze dierbaren herdenken die ons zijn ‘ontvallen’. Graven worden gepoetst, bloemen worden er bij gezet, en als dat allemaal gebeurd is staan we even stil, en denken we terug aan de tijd dat hij of zij er nog was … Mogen we daar een gedichtje van Ludo Driesen bij doen?
Ik kan je niet loslaten
Nu je er niet meer bent
Voel ik me onwezenlijk
Alsof ik in een luchtbel zit
Niet te doorprikken
Afgezonderd van alles en iedereen
–
Je favoriete shirt
Haast kleurloos en vol gaten
Ondraaglijk ondraagbaar
Ziet toe op wat ik doe
Vanachter glas boven de keukentafel
–
Soms draag ik je jas
Met vlekken in de kraag
Stomen is uitgesloten
Je geuren verdampen in het niet
En daarmee de warmte van ons samen
–
Ik luister naar je muziek
Dan moet ik wel eens huilen
Mijn opgekropt verdriet smelt
Mijn woede schreeuw ik uit
–
Af en toe ga ik naar je graf
En elke dag praat ik nog even met je
Over het alledaagse leven
Dat zal ik blijven doen
–
Soms is er dat gevoel
Dat het ooit weer goed met mij zal komen
Dan is er weer de dag
Waarop ik denk
Dat het niet goed kán komen
Omdat je er nooit meer bent
–
Wanneer het regent
En de bladeren de druppels loslaten
Huil ik mee
En droog mijn tranen
–
©Ludo Driesen